et woord “hoop” komt heel wat keren in de Bijbel voor. Al die keren is het verbonden met de beloften van God. Gods Woord spreekt zelf over de ‘God der hope. (ROM. 15:13). De Bijbel laat zien dat God een plan heeft met deze wereld en met alle mensen. Het woord “hoop” heeft met drie werkwoorden te maken: vertrouwen, geloven en verwachten. God belooft ons een nieuwe hemel en aarde. Wij vertrouwen, geloven en verwachten dat Hij die zal geven. Onze hoop is dat Jezus spoedig komt.
Elk mens heeft een zeker hoop of verwachting. Vroeger koesterde hij hoop dat alles goed komt. Zijn carrière, zijn gezondheid, zijn leven hier op aarde. Hij dacht niet aan het leven na dit leven. Nu denkt hij daar anders over. Hij denkt aan het leven na dit leven, dat is het eeuwige leven. Hij beseft dat je telkens een dagje ouder wordt en dat betekent dan dat het leven korter wordt. PS. 39:5-7 David sprak over de kortheid en vergankelijkheid in dit leven. Hij vervolgt in vs. 8 Maar wat heb ik te verwachten, Here? Ik vertrouw geheel op U.
Het grootste verschil tussen hemelse hoop en wereldse hoop is, dat aan de wereldse hoop, vastigheid en zekerheid ontbreekt. Het heeft geen goed fundament en daarom ook geen zekerheid van vervulling. Terwijl de Christelijke hoop gegrond is op Gods beloften en het daarom zeker is dat alle beloften in vervulling gaan.
HEBR. 11:1
Wat is geloof? Het is de zekerheid dat onze hoop werkelijkheid wordt en het is overtuigd zijn van het bestaan van dingen die je niet ziet.
In 2009 werd zijn hoop op de proef gesteld. Het begon met een nare
situatie over zijn positie als ambtsdrager. Hij dacht: is dit het einde van mijn loopbaan van het dienen voor de Heer? Gelukkig gaf de Heer hoop. De Heer gaf hem Zijn Woord in (FILIP. 1:6) Ik ben er zeker van dat God op de grote dag van Christus Jezus het goede werk dat Hij onder u
begonnen is, zal voltooien. Dit gaf hem de hoop om God door te dienen.
Zijn inspiratie citaat uit de bijbel over het thema: hoop
HEBR. 10:23
Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vast houden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw);